Bel Gerrit nu direct op
020 811 4335

Hoofdstuk 31. Luister dan!

maandag 5 oktober 2015
37 dagen tot het congres
487 inschrijvingen

31 luister dan

De cavia’s hadden matrozenpakjes aan. En ze waren met veel. Heel veel. Victor stond op het punt om de boze knaagdierenmenigte toe te spreken, toen hij van verre Martines stem hoorde.

‘Victor?’

Hij voelde een hand op zijn schouder en realiseerde zich dat hij droomde. De opluchting die dat veroorzaakte, verdween zodra tot hem doordrong waarom hij op kantoor was. Zijn hoofd lag op het toetsenbord, de toetsen drukten in zijn wang. Moeizaam kwam hij overeind. Zijn rug leek vergroeid in de vreemde draai waarin hij gelegen had. Zijn hoofd was zwaar, alsof hij een kater had, en zijn ogen kreeg hij slechts met moeite open.

‘Gaat het wel?’ vroeg ze, veel te wakker.

Hij antwoordde niet maar keek naar zijn scherm. Het duurde even voordat hij genoeg kon focussen om te zien wat zijn laatste tweet was geweest:

ertavxf r rgryv4gsdfhj

De activisten hadden ook niet stilgezeten. In de twitterstroom prijkte meerdere malen een foto van Poekie, in een verbodsbord, met daaronder:

STOP Rodentia.

Victors hoofd begon te bonzen. Hij opende zijn mond om uit te leggen wat er gebeurd was, maar Martine was hem voor.

‘Ik zag het vanmorgen op Facebook. Wat een klojo’s, zeg.’ Ze keek Victor onderzoekend aan. ‘De anderen komen er al aan. Ik zal Casper laten weten dat ik je gevonden heb, die probeert je al uren te bereiken.’

Op het schermpje van zijn telefoon prijkten inderdaad vele gemiste oproepen.

Martine stond nog steeds naast hem en leek niet helemaal op haar gemak. Hij streek zijn haren naar achteren en trok zijn overhemd recht. De glimlach die hij probeerde te produceren werd een raar soort grimas. ‘Kun je asjeblieft een kop koffie voor me regelen?’

‘Natuurlijk.’ Ze knikte en verdween.

Hij keek om naar de echte Poekie, die nog sliep, keerde zich weer naar het scherm met het verbodsbord, en voelde in zijn hele pijnlijke lijf de woede opborrelen.

Hoe laat was het? Drie over acht. Hij belde het PR-bureau van PetFoodies en kreeg een receptioniste aan de lijn die uitlegde dat de verantwoordelijke account manager pas om tien uur begon. De arrogantie. Victor vertelde wie hij was, waarom hij belde en dat hij heel graag het mobiele nummer van die meneer zou krijgen. De receptioniste weigerde beleefd. Toen hij uitlegde dat het belangrijk was omdat SuperGnawer een hele blije cavia was die Poekie heette en graag Petfoodies knaagstengels at en dat ze niet moesten denken dat hij het hierbij liet zitten, zag hij Martine met de koffie in haar hand vanuit de deuropening naar hem kijken. Hij besefte hoe stom hij klonk, beloofde de receptioniste dat hij zou terugbellen, en hing op.

Martine zette de koffie voor hem neer. ‘Ik weet dat er veel te doen is, Victor, maar je ziet eruit alsof het niet helemaal lekker gaat.’

Op het scherm verscheen weer een verbodsbord.

Hij nam een slok van de koffie, verbrandde zijn tong en vloekte. Met zijn wijsvinger tikte hij op het scherm. ‘Ik kan dit toch niet toelaten?’

‘Victor,’ zei Martine, bijna moederlijk, ‘ik denk dat het beter is als je even naar huis gaat. Douchen, een paar uur slapen, even bijkomen. Wij kunnen dit oppakken, daar heb je ons voor.’

‘Maar PetFoodies, het congrescentrum, de internationale voorzitter …’ Daar kon hij hen toch niet mee opzadelen?

‘Daar gaan wij mee aan de slag, het komt vast wel goed. Ga jij nou gewoon even naar huis, al neem je maar een uurtje, even powernappen, jezelf opfrissen, dat zal je goed doen.’

Onderzoekend keek hij haar aan. Ze hadden geen vertrouwen meer in hem, dat was het. Hij kon het ze niet kwalijk nemen.

Zijn mobiele telefoon flikkerde, een inkomend gesprek van Denise. Hij staarde ernaar. Martine nam op en stelde zijn vrouw gerust. Ja, hij was op kantoor, en ja, hij zou zo naar huis komen.

Intussen maakte Victor twitterberichten die hij weer deletete. Hij kreeg de goede toon niet meer te pakken en was ineens hondsmoe. Hij staarde naar het scherm, in zijn hoofd klonk een lange, hoge piep. Martine gaf hem zijn telefoon terug, zijn hand trilde toen hij hem aannam.

Hij kon niet meer.

Langzaam stond hij op om naar de uitgang te lopen, Martine hielp hem in zijn jas.

‘Voor lunchtijd ben ik terug,’ zei hij, maar hij wist niet of hij dat zelf wel geloofde. Op dat moment hoorde hij Poekie twieten. Hij liep terug, pakte de kooi op en hield hem voor zijn gezicht. ‘Jij gaat met mij mee naar huis,’ zei hij, ‘dan krijg je bleekselderij en broccoli.’

Poekie purrde, zoals hij altijd deed als hij het naar zijn zin had.

‘Niemand kan beweren dat Victor van Wely niet goed voor zijn dieren zorgt.’ Hij draaide zich om en liep naar buiten, zodat Martine niet zag dat hij tranen in zijn ogen kreeg.

Het bankje waar hij op ging zitten om op de taxi te wachten, was nog nat van de nachtelijke hoosbui, maar een vroege najaarszon scheen op zijn gezicht. De kooi met Poekie had hij op schoot; hij praatte zachtjes tegen het beestje, dat rustig rondscharrelde. Toen hij een auto aan hoorde komen, keek hij op. Het was echter geen taxi maar een groen autootje met daarop in zwarte letters ‘Instinct’. Het blad, en, vanaf deze week, het online tv-kanaal; het meest serieuze internationale medium in de professionele dierenwereld. Uit de auto stapten een cameraman en een journaliste met haar microfoon al in de hand. Snel keek hij de andere kant op, hij moest er niet aan denken nu iets te zeggen. Hij was moe, boos en zijn hoofd bonkte alsof er iemand met een sloophamer bezig was.

Toen de journaliste hem passeerde, hield ze in. ‘Victor van Wely?’

Hij voelde zijn maag samentrekken en overwoog om niet te reageren, om te doen alsof hij een verwarde man was die daar toevallig zat.

‘Directeur van de Nederlandse Vereniging voor Knaagdierprofessionals?’

Langzaam knikte hij. ‘Nog wel,’ mompelde hij. Om zichzelf te kalmeren keek hij naar Poekie.

‘Mogen we u een paar vragen stellen? Het is voor Instinct.’

‘Dat zie ik.’ Hij knikte naar de microfoon met de belachelijk felgroene plofkap.

‘Mooi. Misschien wilt u even gaan staan, dan lopen we naar die boom daar, voor een mooie achtergrond.’

Stram kwam hij omhoog, de kooi met Poekie in zijn armen. De journaliste stond voor hem. Onder de kooi door schudde hij haar hand voordat ze samen naar de gekozen plek liepen. Een mooie achtergrond, dat was wel zijn minste zorg. Hij probeerde zich te concentreren op wat er vannacht was gebeurd, wat nu slim was om te zeggen. Moest hij de aanval kiezen of juist de verdediging? Argumenten aandragen of de stupiditeit van de actie veroordelen? Hij had zoveel te vertellen, maar alles liep in zijn hoofd door elkaar. Steeds kwam daar bovenuit een zinnetje: je hebt gefaald.

De journaliste sprak een korte inleiding tot de camera, en wendde zich toen tot Victor.

‘Meneer van Wely, wat vindt u ervan dat Animal Revolution uw organisatie verantwoordelijk houdt voor dierenleed?’ Ze duwde de microfoon onder zijn neus.

Hij was geschokt door de directheid van de vraag. Het klonk als een verwijt, alsof zelfs dit serieuze medium mee ging in de beschuldiging.

‘Mevrouw,’ hij liet een pauze vallen om na te denken, maar er kwam niets. Hij richtte zijn blik op de kooi. Vogeltjes in de boom kwetterden, die hadden hun communicatie beter voor elkaar dan hij. ‘Dit is Poekie,’ begon hij toen maar.

‘Hmhm,’ de journaliste moedigde hem aan, knikkend en glimlachend.

Hij vervolgde: ‘Hij is ook wel bekend als SuperGnawer. Hij heeft duizenden volgers op Instagram en zijn filmpje is tienduizenden keren bekeken. Door professionals, door dierenvrienden, door jongetjes van vijf die heel graag een cavia willen maar dat niet mogen van hun ouders.’ Hij slikte. ‘Poekie maakt mensen in de hele wereld blij. Ik heb hem al zeven jaar en al die tijd is er prima voor hem gezorgd.’ Dat klonk best goed, vond hij.

‘Maar hij heeft geleden voor die foto’s en filmpjes, zegt Animal Revolution.’

Zijn hartslag versnelde. ‘Die dierenactivisten hebben een verstoorde kijk op de werkelijkheid,’ zei hij zo kalm als hij kon. ‘Poekie had het enorm naar zijn zin op dat caviacircuit en elke fotoshoot vindt hij prachtig.’

‘Hoe weet u dat?’

Hij voelde het bloed naar zijn hoofd stijgen. ‘Kijk dan,’ zei hij met ingehouden irritatie. Hij hield de kooi voor zich uit. ‘Ziet dit eruit als een ongelukkig beestje?’

‘Vertelt u het me maar.’ Ze hield de microfoon weer onder zijn neus.

Hij knikte naar de kooi. ‘Luistert u eens.’

Poekie purrde tevreden.

De journaliste keek Victor sceptisch aan. ‘Animal Revolution zegt…’

Hij onderbrak haar. ‘Die kunnen van alles roepen, maar luister nou eens.’ Hij bracht zijn gezicht dicht bij de kooi en purrde mee met Poekie: ‘Prroe, prrroee, prrrroeoeoeeee. Dit is wat een cavia doet als hij gelukkig is, prroe, prroe, prrooe.’ Hij keek de journaliste aan. ‘Dit is de meest verwende cavia van Nederland. Ik houd van Poekie, ik houd van alle knaagdieren. Of het nou cavia’s zijn of degoes of ratten. Net zoals iedereen die lid is van de NedVerKna.’

De journaliste prikte weer met de microfoon onder zijn neus. Ze keek bloedserieus. ‘Maar u organiseert in november een congres met mensen die ratten als proefdieren gebruiken, en waar sprekers het hebben over het zo efficiënt mogelijk afmaken van muizen.’

Met het laatste restje beheersing dat hij in zijn vermoeide lijf had, antwoordde hij: ‘Als u het programma goed had bekeken, wist u dat we op dat congres juist diervriendelijke eliminatietechnieken presenteren. Want als er een plaag is, moet die bestreden worden. Dierproeven, daar zijn wij ook geen fan van, maar waar het gebeurt, zetten wij ons in voor de meest humane behandeling van de diertjes. Wij schuwen de minder populaire onderwerpen niet, we dóen er wat aan.’

En toen ging ze te ver. ‘Er gaan geruchten dat uw congres misschien helemaal niet doorgaat omdat uw leden er niet achter staan. De hoofdsponsor zou zich zelfs terugtrekken.’

Alle pijntjes en de vermoeidheid verdwenen naar de achtergrond door de stoot adrenaline die door zijn lijf raasde. Trillend van verontwaardiging zette hij de kooi op de grond. Hij richtte zich op, waarbij hij de journaliste strak aankeek. Daardoor raakte ze zo van haar à propos dat hij de microfoon van haar kon overnemen. Hij veegde met een verfrommelde zakdoek zijn bezwete voorhoofd af en richtte hij zich tot de camera.

‘Ik ben Victor van Wely, directeur van de NedVerKna.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Wij houden van dieren. Wij, dat zijn dierenartsen, onderzoekers, producenten van diervoeder, zoals PetFoodies, die nog steeds onze hoofdsponsor is.’ Hij keek nadrukkelijk in de camera. ‘Wetenschappers, dierenverzorgers. Allemaal mensen die hun leven wijden aan het welzijn van onze geliefde knaagdieren.’

Hij nam een korte pauze, om diep adem te halen.

‘En iedereen die ons beschuldigt van dierenleed is niet goed bij zijn hoofd. Op het Rodentiacongres presenteren we belangrijke doorbraken, zoals een nieuw medicijn tegen satijnziekte, weet u wat dat is, satijnziekte?’ Hij zakte op zijn hurken en wees op Poekie. ‘Daar kunnen cavia’s aan doodgaan! Dat lijkt me heel wat acuter dan een grappig filmpje of een verkleedpartij. Maar dat kan Animal Revolution blijkbaar niets schelen.’ Hij stond weer op, de camera volgde hem. ‘Het enige dat zíj doen is stennis maken om te laten zien hoezeer ze zogenaamd begaan zijn met de dieren. Maar laat ik u dit vertellen,’ hij verhief zijn stem, ‘de energie die zij besteden aan het schoppen van een rel, die stoppen wij liever in het oplossen van echte problemen. Al maanden bereiden we dit congres voor, en we werken ons uit de naad om er een succes van te maken. Niet alleen ik, maar ook Martine en Casper en Catja.’ Hij voelde zijn ogen branden en moest even pauzeren om zijn betoog te kunnen vervolgen. ‘Maar als we deze cynische schreeuwers hun zin geven, dan komt er helemaal geen congres, en als er geen congres komt, dan betekent dat het einde van de NedVerKna. En daar wordt helemaal niemand beter van, zéker de dieren niet. Het zou een schande zijn, oneerlijk en gemeen. Maar de schreeuwers zijn aan de winnende hand.’

Hij stokte. Zijn stem klonk schor toen hij weer sprak.

‘En ik weet niet meer wat ik moet doen om het tij te keren.’

Hij was buiten adem van zijn monoloog en de bonkende hoofdpijn kwam terug. Hij liet de microfoon uit zijn handen glijden, de journaliste ving die net op tijd op.

‘Dat was Victor van Wely…’

Hij luisterde niet meer, maar pakte de kooi met Poekie op en liep naar de taxi die voorreed. Toen hij instapte en de deur achter zich dicht trok, zag hij Casper met zwaaiende armen het parkeerterrein op komen rennen. Victor zwaaide terug terwijl de taxi wegreed. Hij kon niets meer doen. Hij legde zijn hoofd op de kooi en sloot zijn ogen.

 

Tot zover. Wil je verder lezen?

Dit is een hoofdstuk uit het boek ‘Trending Topic: we moeten iets met Social Media #MaarWat’ van Gerrit Heijkoop en Paula Vos.

Het boek start op 20 augustus 2015, als Victor een stevige discussie heeft met zijn voorzitter. Die vindt dat Victor meer met social media moet doen en dreigt zelfs het congres af te blazen als de sympathieke directeur niet snel resultaat boekt. Daar kan Victor het natuurlijk niet bij laten zitten.

We volgen Victor en zijn team vanaf dat moment real-time, aftellend naar 11 november 2015. Dan is het grote congres. Gaat het ze lukken?

Heb je het idee dat je ergens midden in valt en zou je het boek helemaal willen lezen? Dan kun je hier het volledige verhaal lezen als papieren paperback of het e-book in PDF bestellen.

Zet deze vast in je agenda:

  1. Publicatie volgende hoofdstuk: 5 oktober 2015, 16:00 (dat is vanmiddag dus al!) 
  2. Boekpresentatie en netwerkborrel met heel veel leuke lezers: 11 november 2015, 16:00

Wanneer je klikt op de link hierboven kun je registreren voor de boekpresentatie (we vragen een kleine bijdrage voor de catering).

00 Trending topic lezers zeggen 1-1

0 Comments

Add comment

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

Copyright Gerrit Heijkoop | Dagvoorzitter, Presentator en Podcasts